Opdrachtgevers

ReStarts is niet gebonden aan een specifieke bedrijfstak. Plaatsing van leerlingen en medewerkers kan dus overal waar passend werk én de bereidwilligheid is tot opleiden van mensen met weinig tot geen specifieke vakkennis. En bovenal, waar vooral de acceptatie en het geduld is om mensen met vaak iets meer 'bagage aan levenservaring' een kans te geven!

Onderwijsinstellingen, gemeenten, praktijk- en leerwerkbedrijven en werkgevers zijn de partijen waarmee ReStarts samenwerkt. Voor werkgevers, in het geval van een (deels) arbeidsongeschikte medewerker, zullen arbodiensten en re-integratieadviseurs vooral als contactpersoon fungeren. 

Onderwijsinstellingen

Voor een school kost een potentiële voortijdig schoolverlater (vsv’er) naast tijd vooral veel geld. De intensievere aandacht, vaak extra schooljaren en diverse aanvullende hulpprogramma’s worden niet alleen door scholen betaald, maar komen uiteindelijk ook voor rekening van de maatschappij. Door de vele bezuinigingen in het onderwijs is er structureel te weinig geld beschikbaar voor een adequate opvang en begeleiding van potentiële vsv’ers.

Door het aanbieden van leerwerkplekken bij geselecteerde werkgevers (praktijk- en leerwerkbedrijven) in combinatie met aangepaste leertrajecten voor deze doelgroep, kan een school op een andere wijze bijdragen aan het alsnog succesvol behalen van een diploma door de leerling.

Gemeenten

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Onder de Participatiewet vallen alle mensen die kunnen werken, maar daarbij wel ondersteuning nodig hebben. Van gemeenten wordt verwacht dat zij deze groeiende doelgroep ondersteuning biedt op het gebied van inkomensondersteuning en het faciliteren van de benodigde stappen naar (aangepast) werk.

In de Participatiewet (vanaf 1-1-2015) zijn de drie volgende wetten opgegaan:

- de Wet werk en bijstand (Wwb);

- de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong);

- de Wet sociale werkvoorziening (Wsw).

Werkgevers als praktijk- of leerwerkbedrijf

Bedrijven komen tegenwoordig steeds moeilijker aan (praktisch geschoold) personeel. De brede ‘drop-out’ doelgroep kan veel van die vacatures invullen, maar zal hierbij meer begeleiding en opleiding, on-the-job, nodig hebben dan gediplomeerde starters op de arbeidsmarkt.

Door naast de ‘drop-outs’ ook ervaren vakmensen als begeleider aan te bieden, kan de werkgever tegen geringere kosten invulling geven aan een duurzaam personeelsbeleid én maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Werkgevers met (potentiële) arbeidsongeschikte medewerkers

Langlopende verzuimdossiers zijn kostbare trajecten voor werkgevers, zeker als een medewerker na twee jaar verzuim en re-integratietrajecten een WGA- of IVA-status krijgt.

Re-integratietrajecten vinden vaak binnen hetzelfde bedrijf plaats. Als gedurende het re-integreren duidelijk wordt dat de medewerker niet meer (volledig) terug kan keren in de oorspronkelijke functie, dient passend werk gevonden te worden. Vaak betekent passend werk vooral ander werk. En vaak betekent dat ook een uitdiensttreding na twee jaar ziekte en gaat de medewerker vanuit een WGA- of IVA-traject zoeken naar passend werk. In de meeste gevallen betekent het sowieso verlies van vakkennis voor de werkgever/branche en het accepteren van ander soort werk voor de medewerker.

Voor de werkgevers die eigenrisicodrager zijn geldt dat zij verantwoordelijk blijven voor de re-integratie van hun (ex-)werknemers die een WGA-uitkering ontvangen.